Pagina's

zaterdag 10 juni 2017

Oosmoederke in't verzet

Ik ben dus katholiek opgevoed.

Ja duhuh, wat wil je; Brabant jaren '50,' 60. Iedereen was katholiek. Zo leek het in die tijd.
Kerk, staat en volgelingen
oefende harde druk op mijn moeder uit om haar kinderen katholiek op te voeden.
Dat deed ze dan ook plichtsgetrouw.

Bijvoorbeeld:
elke zondag ging ze naar de vroegmis om zeven uur. Ja, 's ochtends.
Dan was ze om acht uur weer thuis om ons wakker te maken en ontbijt te geven.
Wij gingen naar de mis van 10 uur.

Maar
wij gingen niet naar de kerk, maar naar "de tennisbaan".
Nee joh, ik was echt geen lid, dat konden mijn ouders niet betalen.
Tennis was voor de "dure mensen", voor de "kak".
Maar we hingen altijd rond bij een grasveldje naast de tennisbaan.
Het was beschut door dichte struiken en hele hoge bomen.
Niemand zag ons!

We deden daar van alles, zoals
kletsen, water drinken uit de kraan, kletsen, potje slapouwehoeren, water drinken,
voetballen op een Z-vormig grasveldje, (Echt héél bijzonder: de keepers zagen elkaar niet.)
kletsen, water drinken, eerste zoen, water drinken, kletsen, huiswerk overschrijven,
schuilen onder het grote stenen fietsenrek, de tweede zoen, kletsen, water drinken,
kortom: hetzelfde wat hangjongeren nu nog steeds doen.

(Hoewel, spijbelen voor de kerk doen ze nu niet meer volgens mij.)

We hadden wel één probleem:
veel ouders hadden een vermoeden dat er gespijbeld werd van de kerk.
Om dit te controleren kwam de gevreesde, legendarische vraag voor de Brabantse jeugd:
"Waar ging de preek over?"

Godverdomme
Zo gek waren die gelovige ouders dus niet.
Elke zondag moest een "verzetspuber" zich opofferen om wél naar de kerk te gaan
en ons te vertellen waar de preek over ging.

Mijn moeder vroeg nooit waar de preek over ging.
"Of wij dat niet vreemd vonden?"
Mwah, het viel ons TOEN niet op.
Vele jaren later vertelde ze ons de reden:

Elke zondag ging ze naar de vroegmis. Alleen. Niemand ging met haar mee.
"Vutstevroeg man!"
Dat vond ze niet erg, want
ze ging niet!
Elke zondagochtend ging mijn moeder een rondje fietsen.

Mijn moeder spijbelde dus óók van de kerk!
Terwijl ze er wel op stond, dat haar kinderen wél naar de kerk gingen.

Of god wel of niet bestond wist ze niet, 
"Ja da wittiknie hoor! Witte gaj't?
Vroag da mar oan de Paus!" 

maar wat er in de kerk gebeurde wist ze wél!
Stelletje huichelaars.
Met hun 's zondagse kleren.
Naar de kerk om door anderen gezien te worden.
Naar de kerk om anderen te zien.
En maar roddelen.
"Nou, dan hoef ut vur maj niemeer!"

Zonder dat wij het wisten was mijn moeder 
tegelijk met haar kinderen aan het spijbelen
in't verzet tegen "het instituut kerk".
Stil verzet.
Enkel voor haarzelf. Haar geweten. Haar gevoel.
Misschien wel voor God.

RFTS

--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ook hier is vast weer veel leesvoer over te vinden: 



(06-06-2017)
De opleiding journalistiek heeft het over levensbeschouwing.
Met minder polarisatie als excuus. 
Jij dacht waarheidsvinding? 
"Da geleufde tognie!!"
Misschien dacht je ook dat religie en onderdrukking nog maar weinig voorkomen
tegenwoordig.
"Zet je bovenkamer maar op Marktplaats-punt-ennel"


(17-09-2018)


nieuws-image


"Brabants Katholiek"
Ja ik weet wat Klaas Dijkhoff daarmee bedoelt
als hij dit schrijft in een brief aan kardinaal Eijk.

Ik beken: 
ik zou me ook eens uit moeten schrijven. 
Maar ja, "is zo'n gedoe" hè. 
Inderdaad, niks meer dan Brabantse lamlendigheid.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten