Pagina's

dinsdag 6 juli 2021

Gevaarlijke wegen bewandelen

“Het regende bekeuringen!” opende het 8-uur journaal van zondag 4 juli (2021).
“Provinciale wegen zijn de gevaarlijkste wegen van Nederland. Grofweg een kwart van alle verkeersdoden valt op de provinciale wegen, terwijl maar 6 procent van de wegen in Nederland een provinciale weg is.”

Toevallig zijn we door toeval (kan dit?) vorig jaar oktober weer terug naar Brabant verhuisd. Terug naar de polder, het platteland, de rust, de weidsheid, de wijdsheid, de wijsheid, de gemoedelijkheid, de gezelligheid, de leven-en-laten-leven-mentaliteit. 

Dachten wij.

We hebben er best lang over gedaan om een geschikte woning te vinden. Wat ons opviel tijdens die bezichtigingen was dat er eigenlijk geen plek in West-Brabant te vinden is waar je géén verkeer hoort. Zelfs als je gaat wandelen in de bossen hoor je in de verte het ruisen van een snelweg. 
Hou je van het ruisen van de zee, ga naar Brabant. 
De rustigste plekken in Brabant zijn woonwijken. Een uurtje wandelen door Dommelbergen geeft meer rust dan door de Seterse bossen.

Wij kwamen uiteindelijk in de polder terecht. Daar stikt het van de polderwegen waar je rustig kunt fietsen. Dachten we.

Je mag 80 op die smalle wegen. 
Maar we weten allemaal; wat een mens mág daar gaat hij overheen. 
Dus rijden ze eerder 100 dan 60.

Is ook niet zo erg. Zo druk is het er nou ook niet. En is ook wel logisch: haast en ruimte. 
Is natuurlijk ook een beetje de schuld van Max Verstappen. Vooral jonge knuppeltjes denken een vrouwenslip nat te krijgen door fors gas te spuiten. Raampje open, armpje buiten, radio kneiterhard. Koef, koef, koef.

Polderwegen zijn (net) te smal voor twee auto's naast elkaar. Komen ze elkaar tegen, rijden ze allebei met twee wielen naast de weg om elkaar te kunnen passeren. Dat stuift bij droog weer enorm. Na een flinke regenbui spuit de modder alle kanten uit. Dan wordt het ook een beetje link. Maar dat risico nemen deze stoere boeren.

Onze nieuwe buurvrouw had ons al gewaarschuwd.
Tijdens het wandelen kreeg ze ooit de buitenspiegel van een auto tegen haar elleboog. 
Ze racen daar als gekken.” (Max Verstappen maakt meer kapot dan hem lief is.)

Haar aanhorend leek het alsof fietsers en wandelaars alleen nog “met ware doodsverachting” de polderwegen op durven.
“Ach, zo'n vaart zal het toch niet lopen,” dachten we. Er is toch plek zat om te fietsen en te wandelen. Alleen alleen. Auto's kunnen makkelijk passeren. Soms word je meegezogen door een busje. Da's minder. Voor je't weet lig je in de berm.

Maar
ga je met z'n tweeën dan wordt het andere koek. 
Je bent dan net zo breed als een auto, maar
de knurften vinden het ineens niet meer nodig om met twee wielen naast het asfalt te rijden. Dan moeten de fietsers maar plaats maken. Die zijn tenslotte kwetsbaar.
“Zouden er in de polder echt andere normen gelden als in de randstad als het gaat om kwetsbare mensen?” dachten we. 
Sarcastisch hè. Waarschijnlijk denken de autorijers: “Hullie kunnen splitsen, da kenniknie mèmmunne ôtto.” (Beetje slecht Brabants dit hè? Lijkt meer Vlaams.)

Iedere fietser weet dattie de lu...pineut is als hij tegen een auto aan komt.
(Dat weten automobilisten ook hoor, maar wie veilig zit, krijgt lef.)

Zie je een auto aankomen, ga je snel achter elkaar rijden. Daarna weer effe een tandje erbij om gezellig verder te kletsen. En weer afremmen. En weer tandje erbij. En weer...fietsen in de polder is echt vet goed voor je conditie jongûh.

Die vetkleppers in de auto hoeven op weg naar de sportschool niet eens hun rechtervoet op te tillen. Ze razen je met 80, 100 kilometer voorbij om zo snel mogelijk op hun werk te zijn, achter de gehaktbal te zitten of, hoe cynisch kan het zijn, op de sportschool te staan om te kunnen gaan bewegen om hun conditie op peil te houden.

In de polder fietsen is ook goed voor je gehoor. Er kunnen ook auto's van achteren komen. Die halen je in. Zorg maar dat je op tijd opzij bent gegaan. De leukste toeteren als ze vlak achter je rijden. Gelukkig liggen er niet naast élke weg sloten. Schrikdraad is ook leuk. Kun je mij voorstellen met kroeshaar? Echt geen gezicht.

Calculerende doerakken zijn het hoor die (meestal jonge) boerkes. Ze weten dat tegen een auto rijden veel meer schade geeft dan tegen een fietser of voetganger. Een kind is zelfs gratis. Die vlekskes poetste zo met de mouw weg.

Afgelopen weekend reed ik door de polder op de fiets. 
Voor mij reed een ouder echtpaar. Een oma en een opa met een kleinkind achterop.
Er komt in tegenovergestelde richting een auto aan scheuren. Ja, scheuren! Was hij op weg naar z'n werk? Op zaterdag? Zou kunnen. Was hij van de vrijwillige brandweer? Net opgeroepen? Arst? EHBO?

Ah! Hij had een mountainbike achterop de auto. Hij was gaan fietsen én dus ook nog een stukkie breder.

De opa met kleinkind wilde afremmen om achter zijn vrouw te gaan rijden. Plaats maken voor de auto. Maar die vent reed zo hard dat opa tijd tekort kwam. Opa was pas halverwege toen de auto al zo dicht bij was dat hij met geen mogelijkheid nog achter zijn vrouw kon komen. Hij schoof daarom tot op een paar centimeter van zijn vrouw. Krap, héél krap.

Opa werd duidelijk zichtbaar boos. Hij stak z'n middelvinger op.

Die automobilist vond dat hem onrecht was aangedaan. Door een vinger.

Hij keerde scheurend om en ging met open raam naast opa rijden en begon tegen hem te schreeuwen “Is dat normaal joh? Die middelvinger opsteken?

Heel agressief. Opa was geschrokken. Slingerde en kwam in het losse zand terecht. Hij was duidelijk een vaardige fietser. Hij manoeuvreerde zichzelf weer behendig snel op het asfalt. Waarschijnlijk al vanaf z'n vierde op de fiets naar school, daarna z'n werk, daarna voor z'n plezier en conditie. Ik ken die generatie heel goed. Gaan nog boodschappen doen op de fiets. Over duurzaam gesproken. Jawel, die generatie protesteerde ook. Maar wel op zaterdag of zondag. Dat terzijde.

Ik zag de opa denken “hoe kan ik die opgefokte boeren bonk rustiger krijgen?

Kansloos vreesde ik. Het opgekropte spermazowietje in de auto bleef een tijdje foeteren over “normaal ofzo?” Gelukkig zag hij wel dat er een klein kind achterop zat dat zeer vreemd en angstig naar hem zat te kijken. “Ge het mazzel dagge un kind bij oe het, marraanders...” en keerde om.

Was opa gered door zijn kleinkind?

“Wastie boos?” vroeg ik cynisch toen ik hen inhaalde.

“Kunde wel zeggen ja. Wat kun je doen tegen iets met meer vetcellen dan hersencellen en een IQ lager dan z'n schoenmaat? En dan ook nog met deze jonge meid achterop. Ik wilde godnondejuu alleen maar opzij gaan. Plek moaken vurrum!"

“Ze rijden je nog liever kapot dan dat ze die lamme rechterpoot bewegen.
As ge dan goat fietsen vur oe kondiesie, goa d'r dan ôk met de fiets noar toe!


Opa was boos. Hij werd eigenlijk steeds bozer. Terecht?

Ja, ik zag het,” zei ik, “en ik maar denken dat het rustiger fietsen is in de polder. Nou, op de Coolsingel is het veiliger.

Ach wajat!” zei opa, “in Rotterdam loop je kans om klappen te krijgen van een kutmarokkaantje, maar hier word je plat gereden of krijg je mot met een vette, botte boer.
Tis goddomme ammel wè!” besloot hij.

Oma was al die tijd stil. Geen woord. Maar ik zag aan haar gezicht dat ze geschrokken was.

En die kleine? 
Die was alleen verbaasd. Snapte er niks van, maar was het alweer vergeten. Ze zat weer heerlijk rond te kijken.

Ze sloegen af naar Dongen. Rap naar huis. Voor opa en oma was de leut er wel zo'n beetje af vandaag. Gelukkig was op de Heistraat een apart fietspad.

Natuurlijk is de kans heel klein dat die “botte pummel” dit zal lezen. Er van uit gaande dat hij kan lezen. (Geintje. Hoewel.) 
Mocht het zo zijn, dan hoop ik dat hij snapt waarom die opa zijn middelvinger opstak. Hij was simpel bang voor de veiligheid van zichzelf, maar vooral zijn kleinkind. Hij wilde ruimte maken. Voor jou!! Maar dat was al niet meer mogelijk. Zo hard reed je. 100 zou mij niks verbazen. Plus een half fietswiel uitstekend. Had jij nog wel door dat je die fiets achterop je auto had?

Tja,
hoe krijg je de wegen veiliger?

Door bekeuringen volgens het OM. 
Moeten dan alle polderwegen voorzien worden van traject controle? 
Lijkt er wel op. Wat is het alternatief? 
Misschien (beloof me niet te lachen) mentaliteitsverandering?

Met hardere Postbus-51-Spotjes? (bestaan die nog?) 
Dus niet dat suffe “Vaart minderen spaart kinderen!” 
maar meer iets van “Hé idioot, rij je eigen kinderen dood!” 
met beelden van …lamaar. Zou het helpen?

Hebben automobilisten sowieso door dat de toegestane 80 kilometer per uur voor fietsers en wandelaars op die smalle polderweggeskes knetterhard is?

HvG


--------------------------------------------------------------------


Nog een blog van Hans van Gennip. Hij lijkt wel vaste gast te worden.

(We noemen elkaar "Broe", omdat we dat niet zijn, maar wel hip.)
Deze column is eerder sterk verkort gepubliceerd in Weekblad Oosterhout. (pagina 26)


Tja, in de Randstad hebben ze andere problemen: fietsfiles.
En dat lossen ze op met de frietzak.
(Nee, dat verzin ik niet. Was't maar waar.)



fietsfiles zul je niet snel tegenkomen op de polderweggeskes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten